Toegankelijkheid (openbare) gebouwen
De toegankelijkheid van openbare gebouwen, maar ook bedrijfscomplexen, moet beter worden voor mensen met een beperking en daarmee ook voor doven en slechthorenden. Hierdoor kunnen zij op dezelfde manier deelnemen aan de maatschappij als iedereen. Dit is op 12 april 2016 door de Eerste Kamer besloten. De Eerste Kamer heeft met twee wetsvoorstellen het VN-verdrag met betrekking tot de rechten van personen met een handicap geratificeerd. Hiermee wordt een gelijkwaardige behandeling van gehandicapten, zoals rolstoelgebruikers en mensen met een mentale handicap, maar ook die van blinden, doven en slechthorenden geborgd. Daarbij geldt sinds 1 januari 2017 ook een algemene norm voor toegankelijkheid. Dit houdt in dat openbare gebouwen hun diensten begaanbaar moeten maken. Denk hierbij aan scholen, werkgevers en bedrijven. Deze wet zorgt ervoor dat mensen met een beperking steeds minder apart om aanpassingen hoeven te vragen. Het gaat hierbij bovendien over eenvoudige voorzieningen. Overheden en ondernemers dienen met kleine aanpassingen hun gebouw (verder) toegankelijk te maken voor gehandicapten, dus ook voor mensen met een zintuiglijke beperking.
Wat houdt toegankelijkheid van (openbare) gebouwen in?
Toegankelijkheid van openbare gebouwen houdt in dat mensen met een lichamelijke of mentale functiebeperking niet worden buitengesloten. Dat wil niet alleen zeggen dat het mogelijk is om openbare gebouwen vanaf de straat te betreden. De inrichting van het gebouw en de voorzieningen daarin moeten zodanig ingericht zijn dat ook mensen met een functiebeperking, zoals slechthorenden en doven, niet in een uitzonderingspositie worden geplaatst. Een goede toegankelijkheid van gebouwen zorgt ervoor dat deze gebouwen voor iedereen beter te gebruiken zijn. Begaanbaarheid voor iedereen gaat verder dan de juiste deurbreedte en het weghalen van drempels. Een accessibel gebouw is gebruiksvriendelijker voor iedereen en verbetert de maatschappelijke functie van een gebouw.
Mogelijkheden voor betere toegankelijkheid (openbare) gebouwen voor doven en slechthorenden
Allereerst dient bij de toegankelijkheid van gebouwen gekeken te worden of het gebouw van buitenaf voldoende begaanbaar is voor doven en slechthorenden. Hier kunnen zich de eerste hindernissen voordoen. Denk hierbij aan de intercom bij de toegang van het terrein of in de parkeergarage. Hoe weet een doof persoon dat er gepraat wordt? Is communicatie via een scherm mogelijk of is er een alternatieve manier om contact op te nemen (bijvoorbeeld WhatsApp)?
Ook zijn er tal van mogelijkheden om de bruikbaarheid van gebouwen voor doven en slechthorenden te vergroten. Zo behoort het aanleggen van een ringleiding in zalen of het plaatsen van een balie-ringleidingversterker (bij bijvoorbeeld de receptie, kassa of loket van een gebouw) tot de opties om de bruikbaarheid en daarmee de toegankelijkheid te vergroten. Als alternatief voor een ringleiding kunnen in een zaal ook headsets worden gebruikt. In de zaal bevindt zich dan een sterke zender die het gesproken woord draadloos naar de headsets van de aanwezige slechthorenden stuurt.
Ook op het gebied van veiligheid is het vaak noodzakelijk dat er maatregelen zijn voor een betere begaanbaarheid van gebouwen. Zo zullen doven en zwaar slechthorenden in een openbaar gebouw of hotel een alarmsysteem niet horen. Op een alarmsysteem kan dan een flitslicht worden aangesloten.
In musea kan de toegankelijkheid van het gebouw worden vergroot door gebruik te maken van speciale communicatieapparatuur om zo de informatie van een rondleiding goed te verstaan.
Bij ontwerp rekening houden met toegankelijkheid gebouwen
Het bouwbesluit gaat er reeds vanuit dat het in nieuwbouw niet meer noodzakelijk is speciale voorzieningen voor gehandicapten te treffen, maar dat gebruiksruimten sowieso voldoende bruikbaar zijn voor iedereen. Dit geldt ook voor de inclusie van de groep met een auditieve beperking. Bij het ontwerpen van het gebouw kan al rekening gehouden worden met de plaatsing van communicatieapparatuur voor doven en slechthorenden. Enkele voorbeelden hiervan zijn de aanleg van een ringleiding, alarmering (flitslicht), deurbel met flitslicht in hotels, maar ook bij de aanschaf van intercomapparatuur voor bij de voordeur of bij de parkeergarage.
In bestaande bouw zijn natuurlijk achteraf aanpassingen te verrichten voor het verbeteren van de toegankelijkheid in openbare gebouwen.
Klik onderstaand voor een gratis adviesgesprek!